Bovenstaande titel slaat niet op een muziekstroming en bevat ook geen Arabische kreten, het gaat hier om een toekomstige en huidige eyecatcher van Barcelona.
Vorige maand schreef ik nog over de eigenaardige bouwvallen naast Torre Agbar (AgBar staat voor Aigues de Barcelona, oftewel het waterleidingbedrijf van deze stad) en vroeg ik me af hoelang het zou duren voordat deze woningen tegen het omringende afgraaf -en bouwgeweld stand zouden houden. Bovendien was ik benieuwd naar wat er voor in de plaats zou komen.
Afgelopen week stond het antwoord hierop in de krant. Waar de was met zeer alledaagse kleren nu nog uit de ramen hangen, zal vanaf 2009 het "Disseny Hub Barcelona" gebouwd worden, ofwel Dhub. In 2011 zou het gebouw klaar moeten zijn.
De afgelopen jaren staat het nogal modern om af en toe een Engels woord in het Catalaanse zakenleven te gebruiken, vandaar deze Catalaans/Engelse mengelmoes.
Als we de virtuele maquettes (zie hieronder) mogen geloven wordt het in ieder geval heel wat anders dan het gebouw dat er nu staat (zie middelste foto) en volgens "El Periodico de Catalunya" wordt dit het centrum van activiteiten op het gebied van modern design en communicatie.
Een grotere tegenstelling tussen heden en verleden op het gebied van bouwdesign is in ieder geval niet mogelijk.
Copyright foto's: BIMSA
zaterdag 13 december 2008
Het verboden pad
Al een tijdje had ik in mijn achterhoofd om een hernieuwde poging te wagen het "verboden" pad te betreden en vandaag kwam het er eindelijk van.
Het verboden pad is niets meer en niets minder dan een onverharde weg bij mij in de buurt die op gegeven moment overgaat in een bospad. Waarom dan verboden? Omdat er op gegeven moment op 2 pilaren aan weerskanten van het pad in dreigende taal staat geschreven dat het hier om een privéterrein gaat, dat betreding op eigen risico is en dat er gevaarlijke honden loslopen.
Genoeg redenen om niet voorbij de pilaren te gaan, zo dacht ik 3 jaar geleden toen ik hier voor het eerst mee geconfronteerd werd.
Hierna heb ik nog bij buurtbewoners geïnformeerd wat zij hiervan wisten. Een aantal vertelde me dat ik hier in principe me niets van aan moest trekken, maar andere bewoners wisten me te verzekeren dat er inderdaad verschillende, nogal agressieve, honden het terrein bewaakten.
Het pad bleef toch een zekere aantrekkingskracht op mij uitoefenen omdat het de snelste weg is om vanaf mij woning rechtstreeks de toppen van de Collserola heuvelrug wandelend te bereiken.
Een paar maanden gelden merkte ik dat de bewegwijzering in Collserola, het beschermde natuurpark, cq. de groene longen van Barcelona, vernieuwd waren.
De bewegwijzering in Barcelona is niet zoals in Nederland, waar je bij vrijwel elke afslag geholpen wordt.
Hier staat aan het begin van het traject op mooi vormgegeven bordjes aangegeven welke weg je in moet om een bepaalde plek te bereiken, waarna je kilometerslang en vele splitsingen verder compleet aan je lot wordt overgelaten.
Maar toch, het feit dat de nieuwe wegwijzers aangaven dat de Collserola-toppen via "mijn" verboden pad bereikt kon worden gaf me toch weer nieuwe moed om het na 3 jaar nog een keer te proberen.
Bedacht op mogelijk hondengegrom passeerde ik de pilaren met de dreigende taal.
Het pad werd steeds smaller en zoals verwacht moest ik een paar keer op een splitsing gokken welke kant uit te gaan. De nu hoognodige wegwijzers waren in geen velden of wegen te bekennen.
Het pad leidde me langs een zeer groene omgeving en tevens langs een oude, zo te zien lang verlaten, fabriek die ik hier absoluut niet verwacht had.
Tevens kwam ik langs een paar afgelegen (land)huizen, waarvan een aantal zo te zien bewoond, maar nog steeds geen geblaf.
Verder omhoog gelopen zag ik op 100 meter afstand boven mij nog een huis, met een oudere man die net naar buiten kwam.
Voor de zekerheid toch maar hard geroepen of ik het pad kon volgen dat langs zijn deur ging. Ja, dat kon. Bij het oude huis aangekomen besloot ik een praatje te maken en hem de eigenlijk overbodige vraag te stellen of hij hier woonde.
Ja, was het antwoord. Sinds 4 maanden. Voor die tijd was het huis bewoond geweest door een man met ruim 20 honden.
De politie had het huis ontruimd, met honden en al, omdat niemand langs het huis durfde te lopen, en nu woonde hij hier.
Ik ging naast hem staan om van het uitzicht te genieten, een groen dal dat zich uitstrekt tot "mijn" wijk, daarachter de rest van Barcelona en verderop de Middellandse zee.
Fantastisch, of zoals de nieuwe bewoner mij meedeelde, met zo'n uitzicht heb je geen TV nodig.
Hierna vervolgde ik het inmiddels wel heel smalle bospad en na 10 minuten kwam ik op de mij bekende "Passeig des Aigues" uit. Nog even genoten van het uitzicht op zee en landinwaarts van de besneeuwde bergtoppen van Montseny en de beroemde kloosterberg Montserrat.
Ik kon weer de 30 minuten wandeling terug naar huis aanvaarden in de wetenschap dat het mysterie van het verboden pad eindelijk was opgelost.
Het verboden pad is niets meer en niets minder dan een onverharde weg bij mij in de buurt die op gegeven moment overgaat in een bospad. Waarom dan verboden? Omdat er op gegeven moment op 2 pilaren aan weerskanten van het pad in dreigende taal staat geschreven dat het hier om een privéterrein gaat, dat betreding op eigen risico is en dat er gevaarlijke honden loslopen.
Genoeg redenen om niet voorbij de pilaren te gaan, zo dacht ik 3 jaar geleden toen ik hier voor het eerst mee geconfronteerd werd.
Hierna heb ik nog bij buurtbewoners geïnformeerd wat zij hiervan wisten. Een aantal vertelde me dat ik hier in principe me niets van aan moest trekken, maar andere bewoners wisten me te verzekeren dat er inderdaad verschillende, nogal agressieve, honden het terrein bewaakten.
Het pad bleef toch een zekere aantrekkingskracht op mij uitoefenen omdat het de snelste weg is om vanaf mij woning rechtstreeks de toppen van de Collserola heuvelrug wandelend te bereiken.
Een paar maanden gelden merkte ik dat de bewegwijzering in Collserola, het beschermde natuurpark, cq. de groene longen van Barcelona, vernieuwd waren.
De bewegwijzering in Barcelona is niet zoals in Nederland, waar je bij vrijwel elke afslag geholpen wordt.
Hier staat aan het begin van het traject op mooi vormgegeven bordjes aangegeven welke weg je in moet om een bepaalde plek te bereiken, waarna je kilometerslang en vele splitsingen verder compleet aan je lot wordt overgelaten.
Maar toch, het feit dat de nieuwe wegwijzers aangaven dat de Collserola-toppen via "mijn" verboden pad bereikt kon worden gaf me toch weer nieuwe moed om het na 3 jaar nog een keer te proberen.
Bedacht op mogelijk hondengegrom passeerde ik de pilaren met de dreigende taal.
Het pad werd steeds smaller en zoals verwacht moest ik een paar keer op een splitsing gokken welke kant uit te gaan. De nu hoognodige wegwijzers waren in geen velden of wegen te bekennen.
Het pad leidde me langs een zeer groene omgeving en tevens langs een oude, zo te zien lang verlaten, fabriek die ik hier absoluut niet verwacht had.
Tevens kwam ik langs een paar afgelegen (land)huizen, waarvan een aantal zo te zien bewoond, maar nog steeds geen geblaf.
Verder omhoog gelopen zag ik op 100 meter afstand boven mij nog een huis, met een oudere man die net naar buiten kwam.
Voor de zekerheid toch maar hard geroepen of ik het pad kon volgen dat langs zijn deur ging. Ja, dat kon. Bij het oude huis aangekomen besloot ik een praatje te maken en hem de eigenlijk overbodige vraag te stellen of hij hier woonde.
Ja, was het antwoord. Sinds 4 maanden. Voor die tijd was het huis bewoond geweest door een man met ruim 20 honden.
De politie had het huis ontruimd, met honden en al, omdat niemand langs het huis durfde te lopen, en nu woonde hij hier.
Ik ging naast hem staan om van het uitzicht te genieten, een groen dal dat zich uitstrekt tot "mijn" wijk, daarachter de rest van Barcelona en verderop de Middellandse zee.
Fantastisch, of zoals de nieuwe bewoner mij meedeelde, met zo'n uitzicht heb je geen TV nodig.
Hierna vervolgde ik het inmiddels wel heel smalle bospad en na 10 minuten kwam ik op de mij bekende "Passeig des Aigues" uit. Nog even genoten van het uitzicht op zee en landinwaarts van de besneeuwde bergtoppen van Montseny en de beroemde kloosterberg Montserrat.
Ik kon weer de 30 minuten wandeling terug naar huis aanvaarden in de wetenschap dat het mysterie van het verboden pad eindelijk was opgelost.
dinsdag 2 december 2008
El Gordo
El Gordo betekent weinig verheffend; de Dikke. Deze betekenis wordt al iets positiever als we het in de context brengen van 1 van de grootste Spaanse verslavingen: De loterij.
Op veel hoeken van de straat tref je ze aan, kleine hokjes met daarin iemand gepropt die loten verkoopt of speciale verkooppunten waar je 1001 verschillende soorten loterijen vindt die Spanje kent. Crisis of geen crisis, er is altijd een reden te bedenken om een lot te kopen, je wilt je toch niet de illusie ontnemen om er een keer met de hoofdprijs vandoor te gaan?
De moeder van alle Spaanse loterijen is zonder twijfel El Gordo de Navidad. Oftewel de Kerstdikkerd. De hoofdprijs ligt zo rond de 4 miljoen Euro, al moet je daarvoor wel een lot van 200 Euro kopen. Populairder zijn daarom de decimos (Een tiende lot) van "slechts" 20 Euro. Deze hoofdprijzen zijn ondanks de aanzienlijke hoogte van het bedrag niet de top van de wereld als het gaat om de verhouding inleg/hoogte van de hoofdprijs. Het geheim zit hem echter in het streekgebonden karakter van een nummer. Normaal gesproken wordt 1 lotnummer in 1 bepaalde stad of wijk verkocht. En aangezien 1 nummer uit 99 series kan bestaan valt er in totaal maar liefst een kleine 400 miljoen Euro op dit nummer. Hele wijken, dorpen of steden raken daarom in extase als op 22 december 2 kinderen van rond de 10-12 jaar het winnende nummer live op tv "zingen".
Een ander, voor mij nogal eigenaardig, fenomeen is de gewoonte om loten te kopen in steden of bij verkooppunten waar eerder een winnend lot is verkocht. Ikzelf heb de neiging om te denken dat er niet 2x achter elkaar een winnend lot op dezelfde plek wordt verkocht. In Spanje is men echter van het tegenovergestelde overtuigd. Vanaf november kun je op zomaar in een normale wijk een rij van tientallen mensen zien staan op het midden van de dag om een lot te kopen bij een "succesvol" verkooppunt.
Zelf heb ik 2 jaar geleden de proef op de som genomen door in 1 van de bekendste winnende dorpen van Spanje, Sort (hetgeen in het Catalaans "geluk" betekent), 4 loten voor mezelf en familie te kopen 4 maanden voor de trekkingsdatum. De eigenaar van dit verkooppunt zal de eerste Spaanse ruimtetoerist worden, en ik weet nu waar hij zijn geld vandaan haalt, de 80 Euro investering leverde uiteindelijk 0 Euro op...
Maar goed, nieuwe ronde, nieuwe kansen, dus morgen maar weer een lot kopen. Want als je dat niet doet wordt je door directe familie als een onverantwoordelijk persoon beschouwd, wie onthoudt zijn familie van de mogelijkheid om steenrijk te worden? Ik niet..
Op veel hoeken van de straat tref je ze aan, kleine hokjes met daarin iemand gepropt die loten verkoopt of speciale verkooppunten waar je 1001 verschillende soorten loterijen vindt die Spanje kent. Crisis of geen crisis, er is altijd een reden te bedenken om een lot te kopen, je wilt je toch niet de illusie ontnemen om er een keer met de hoofdprijs vandoor te gaan?
De moeder van alle Spaanse loterijen is zonder twijfel El Gordo de Navidad. Oftewel de Kerstdikkerd. De hoofdprijs ligt zo rond de 4 miljoen Euro, al moet je daarvoor wel een lot van 200 Euro kopen. Populairder zijn daarom de decimos (Een tiende lot) van "slechts" 20 Euro. Deze hoofdprijzen zijn ondanks de aanzienlijke hoogte van het bedrag niet de top van de wereld als het gaat om de verhouding inleg/hoogte van de hoofdprijs. Het geheim zit hem echter in het streekgebonden karakter van een nummer. Normaal gesproken wordt 1 lotnummer in 1 bepaalde stad of wijk verkocht. En aangezien 1 nummer uit 99 series kan bestaan valt er in totaal maar liefst een kleine 400 miljoen Euro op dit nummer. Hele wijken, dorpen of steden raken daarom in extase als op 22 december 2 kinderen van rond de 10-12 jaar het winnende nummer live op tv "zingen".
Een ander, voor mij nogal eigenaardig, fenomeen is de gewoonte om loten te kopen in steden of bij verkooppunten waar eerder een winnend lot is verkocht. Ikzelf heb de neiging om te denken dat er niet 2x achter elkaar een winnend lot op dezelfde plek wordt verkocht. In Spanje is men echter van het tegenovergestelde overtuigd. Vanaf november kun je op zomaar in een normale wijk een rij van tientallen mensen zien staan op het midden van de dag om een lot te kopen bij een "succesvol" verkooppunt.
Zelf heb ik 2 jaar geleden de proef op de som genomen door in 1 van de bekendste winnende dorpen van Spanje, Sort (hetgeen in het Catalaans "geluk" betekent), 4 loten voor mezelf en familie te kopen 4 maanden voor de trekkingsdatum. De eigenaar van dit verkooppunt zal de eerste Spaanse ruimtetoerist worden, en ik weet nu waar hij zijn geld vandaan haalt, de 80 Euro investering leverde uiteindelijk 0 Euro op...
Maar goed, nieuwe ronde, nieuwe kansen, dus morgen maar weer een lot kopen. Want als je dat niet doet wordt je door directe familie als een onverantwoordelijk persoon beschouwd, wie onthoudt zijn familie van de mogelijkheid om steenrijk te worden? Ik niet..
zondag 16 november 2008
Torre Agbar en omgeving
Een van de gebouwen die het beeld van Barcelona veranderd heeft in de laatste jaren is de Torre Agbar.
Een gebouw waarover de meningen zeer verdeeld zijn, maar waarvan gezegd kan worden dat het in ieder geval opvalt.
De opvallende vorm leidt ertoe dat het door weinig Barcelonezen bij de officiële naam genoemd, de mogelijke bijnamen laat ik aan de fantasie van de lezer over.
Toen ik zo'n 2 jaar geleden voor het eerst in de buurt van de Torre Agbar kwam viel me vooral op dat het kunstwerk omringt werd
door oude bouwvallige gebouwen en loodsen. Dat deze bouwsels ten dode opgeschreven waren was toen al niet moeilijk te voorspellen.
En inderdaad, vorige week zag ik hijskranen druk in de weer met het voorbereiden van wat ongetwijfeld een flink complex gaat worden aan de zijkant van de Torre Agbar.
Wat me bij het bekijken van het bouwspektakel ook opviel, was dat er nog enkele oude bouwsels overeind stonden.
Ik weet niet hoelang de bewoners het nog volhouden, maar
het is een eigenaardig gezicht, 2 oude bouwsels tussen alle sloop- en bouwactiviteiten in. Ik ben benieuwd hoelang het duurt voordat ook hier een kantoortoren staat.
Een gebouw waarover de meningen zeer verdeeld zijn, maar waarvan gezegd kan worden dat het in ieder geval opvalt.
De opvallende vorm leidt ertoe dat het door weinig Barcelonezen bij de officiële naam genoemd, de mogelijke bijnamen laat ik aan de fantasie van de lezer over.
Toen ik zo'n 2 jaar geleden voor het eerst in de buurt van de Torre Agbar kwam viel me vooral op dat het kunstwerk omringt werd
door oude bouwvallige gebouwen en loodsen. Dat deze bouwsels ten dode opgeschreven waren was toen al niet moeilijk te voorspellen.
En inderdaad, vorige week zag ik hijskranen druk in de weer met het voorbereiden van wat ongetwijfeld een flink complex gaat worden aan de zijkant van de Torre Agbar.
Wat me bij het bekijken van het bouwspektakel ook opviel, was dat er nog enkele oude bouwsels overeind stonden.
Ik weet niet hoelang de bewoners het nog volhouden, maar
het is een eigenaardig gezicht, 2 oude bouwsels tussen alle sloop- en bouwactiviteiten in. Ik ben benieuwd hoelang het duurt voordat ook hier een kantoortoren staat.
donderdag 2 oktober 2008
Hoe komt Barcelona aan zijn naam?
Een paar weken geleden kwam ik een artikel tegen in de Catalaanse krant "El Periodico de Catalunya", waarin antwoord werd gegeven op de bovenstaande vraag door Sebastià Riera, een vertegenwoordiger van het historisch archief van Barcelona.
Het opvallende van dit antwoord was dat er met grote stelligheid êên verklaring werd gegeven, terwijl ik mij nog vaag herinnerde dat er in de meeste reisgidsen meerdere mogelijkheden worden geopperd.
Voor de zekerheid maar eens wat publicaties uit de kast gehaald om te kijken wat men hiervan zegt.
Allereerst op Wikipedia gekeken, waar we het volgende tegenkomen:
"The foundation of Barcelona is the subject of two different legends. The first attributes the founding of the city to Hercules 400 years before the building of Rome and that it was rebuilt by the Carthaginian Hamilcar Barca, father of Hannibal, who named the city Barcino after his family, in the 3rd century BC. The second legend attributes the foundation directly to Hamilcar Barca."
2 mogelijkheden dus, waar in beide gevallen de vader van Hannibal als naamgever wordt aangegeven.
Dan de Lonely Planet Spain die slechts 2 zinnen aan de naamgeving heeft gewijd:
"Barcelona's origins are uncertain. It may have been founded by the Carthaginians in about 230 BC, taking the surname of Hamilcar Barca, Hannibal's father."
Hier gaat men met enige twijfel voor optie 2 van Wikipedia.
Hetzelfde kunnen we lezen in de reisgids Time Out. "Barcelona was supposedly named by the Carthaginians after Hannibal's father, Hamil Barca".
De reisgidsen beperken zich dus zeer summier tot êên verklaring voor de naam Barcelona, wel een beetje mager als daarna honderden pagina's vol worden geschreven over deze stad.
Vervolgens het boek "Historia de Barcelona" ingekeken. Verassenderwijs wordt hier geen melding gemaakt van de mogelijkheid dat Hannibal's vader de naamgever was, maar wel van de volgende 2 theorieen/legendes:
- Barcelona is gesticht door Hercules toen hij aankwam in 1 van de 9 boten met nieuws uit Griekenland, en deze aan wal zette aan de kust bij Montjuich. Omdat een vertaling van "negende boot" La Barca Nona is, zou hieruit de naam Barcelona naar voren zijn gekomen
- Barcelona is afgeleid van Barceno of Barkeno, wat de oorspronkelijke naam was van 1 of meerdere dorpen die zich voordat de romeinen voet aan wal zetten, bevonden op de plek van wat nu het oude centrum van Barcelona is.
Wat is nu de eenduidige verklaring waar volgens het historisch archief van Barcelona geen twijfel over kan bestaan? Deze komt in grote lijnen overeen met de tweede theorie van bovenstaand geschiedenisboek:
"Barcelona is afgeleid van het latijnse Barcino, dat op zijn beurt een fonetische afleiding is van het de Iberische naam van het laetaanse, pre-Romaanse dorp Barkeno.
Dit is te herleiden via muntstukken uit de 2e eeuw voor Christus waarop de naam Barkeno vermeld wordt."
De meest saaie theorie wint het in dit geval. Meer mystieke varianten zoals de vader van Hannibal en de 9e boot van Hercules worden nog wel genoemd als vage theorieen, maar belanden met grote stelligheid in de prullenbak.
Wat in de Lonely Planet, Time Out staat en wat op Wikipedia te lezen is wordt derhalve als onzin bestempeld..
Het opvallende van dit antwoord was dat er met grote stelligheid êên verklaring werd gegeven, terwijl ik mij nog vaag herinnerde dat er in de meeste reisgidsen meerdere mogelijkheden worden geopperd.
Voor de zekerheid maar eens wat publicaties uit de kast gehaald om te kijken wat men hiervan zegt.
Allereerst op Wikipedia gekeken, waar we het volgende tegenkomen:
"The foundation of Barcelona is the subject of two different legends. The first attributes the founding of the city to Hercules 400 years before the building of Rome and that it was rebuilt by the Carthaginian Hamilcar Barca, father of Hannibal, who named the city Barcino after his family, in the 3rd century BC. The second legend attributes the foundation directly to Hamilcar Barca."
2 mogelijkheden dus, waar in beide gevallen de vader van Hannibal als naamgever wordt aangegeven.
Dan de Lonely Planet Spain die slechts 2 zinnen aan de naamgeving heeft gewijd:
"Barcelona's origins are uncertain. It may have been founded by the Carthaginians in about 230 BC, taking the surname of Hamilcar Barca, Hannibal's father."
Hier gaat men met enige twijfel voor optie 2 van Wikipedia.
Hetzelfde kunnen we lezen in de reisgids Time Out. "Barcelona was supposedly named by the Carthaginians after Hannibal's father, Hamil Barca".
De reisgidsen beperken zich dus zeer summier tot êên verklaring voor de naam Barcelona, wel een beetje mager als daarna honderden pagina's vol worden geschreven over deze stad.
Vervolgens het boek "Historia de Barcelona" ingekeken. Verassenderwijs wordt hier geen melding gemaakt van de mogelijkheid dat Hannibal's vader de naamgever was, maar wel van de volgende 2 theorieen/legendes:
- Barcelona is gesticht door Hercules toen hij aankwam in 1 van de 9 boten met nieuws uit Griekenland, en deze aan wal zette aan de kust bij Montjuich. Omdat een vertaling van "negende boot" La Barca Nona is, zou hieruit de naam Barcelona naar voren zijn gekomen
- Barcelona is afgeleid van Barceno of Barkeno, wat de oorspronkelijke naam was van 1 of meerdere dorpen die zich voordat de romeinen voet aan wal zetten, bevonden op de plek van wat nu het oude centrum van Barcelona is.
Wat is nu de eenduidige verklaring waar volgens het historisch archief van Barcelona geen twijfel over kan bestaan? Deze komt in grote lijnen overeen met de tweede theorie van bovenstaand geschiedenisboek:
"Barcelona is afgeleid van het latijnse Barcino, dat op zijn beurt een fonetische afleiding is van het de Iberische naam van het laetaanse, pre-Romaanse dorp Barkeno.
Dit is te herleiden via muntstukken uit de 2e eeuw voor Christus waarop de naam Barkeno vermeld wordt."
De meest saaie theorie wint het in dit geval. Meer mystieke varianten zoals de vader van Hannibal en de 9e boot van Hercules worden nog wel genoemd als vage theorieen, maar belanden met grote stelligheid in de prullenbak.
Wat in de Lonely Planet, Time Out staat en wat op Wikipedia te lezen is wordt derhalve als onzin bestempeld..
Proeverij Bierzo-wijnen in Barcelona
17 september j.l. was ik bij de proeverij van Bierzo-wijnen in de wijnwinkel “Vinacoteca” in Barcelona.
Hierbij een verslag met als extraatje een verwijzing bij elke wijn naar de proefnotities van een meer professionele bezoeker die deze op de Verema-website heeft gepubliceerd (voor degenen die het Spaans enigszins machtig zijn).
Allereerst een korte sfeertekening. Vinacoteca is een zaak waar ik zo nu en dan mijn wijninkopen doe. Normaal gesproken lopen hier 10 a 15 klanten tegelijkertijd rond, maar toen ik om half 7 ‘s avonds de winkel binnenkwam stonden er al zeker 100 bezoekers met een gevuld wijnglas in de hand. Maar ja, de proeverij was dan ook gratis. Catalanen zijn af en toe net Nederlanders.
4 bodegas uit D.O. Bierzo (in het Noordwesten van Spanje) presenteerden in totaal 7 wijnen (allen van de Mencia-druif), in consumentenprijs variërend van 9,95 Euro tot 97,50 Euro. Voor de meeste wijnen geldt dat het absoluut geen allemansvrienden zijn, al hebben de wat “makkelijkere”, minder complexe wijnen in de prijsklasse van rond de 10 Euro zeker Parker-potentieel. De kleur meestal dieprood/paars en met een alcoholniveau van minimaal 13%.
Mijn eerste glas was een Paixar 2004, tevens de enige wijn van deze bodega op de proeverij.
Geur: bramen, bessen, leer, drop.
Smaak: De Paixar-man zag glimlachend mijn mond na de eerste slok samentrekken en nam mij de woorden uit de mond, een ware mineraal-explosie. Zeer heftig, indrukwekkend, maar op dit moment iets te wild voor mijn simpele smaak.
De pizarra-bodem heeft hier duidelijk zijn sporen achter gelaten. Wel heel anders dan in Priorat met een soortgelijke bodem (maar andere druiven en ander klimaat) waar de smaak op mij veel zachter overkomt.
Gezien de mening van de Spaanse expert begrijp ik deze wijn nog niet voldoende.
Rond de 8000 flessen geproduceerd, consumentenprijs 42,75 Euro.
Nummer 2, bodega Castro Ventosa die ook slechts 1 wijn presenteerde; de Valtuille Cepas Cenenarias 2005.
Geur: Bramen, bosvruchten, honing. De smaak was zacht, maar met een kruidige afdronk. Een prima wijn, maar ietwat vlakjes na de Paixar. Slechts 6000 flessen van gemaakt, consumentenprijs 39,50 Euro.
Expert-Proefnotitie is hier te vinden.
Nummer 3, de Pittacum Aurea 2005. Ik wilde eigenlijk met het kleinere broertje beginnen, de Pittacum 2005, maar toen ik doorhad dat men net de laatste fles van de Aurea aan het leegmaken was bedacht ik me snel. De fles was weliswaar gedecanteerd, maar omdat de fles nog niet zolang open was had ik bij het ruiken de indruk dat ik wat langer had moeten wachten, er kwam nog niet zoveel los. De smaak was zeer zacht, fris, elegant, al heb ik het idee dat de wijn nog wat verborgen hield. Een soepele afdronk.
Voor 25,80 Euro te koop in de winkel.
Expert-PN is hier te bekijken.
Nummer 4, Pittacum 2005. Zachte dropgeur. Ronde fluwelen smaak in de mond, licht bittere afdronk. Voor Parker waarschijnlijk een kiloknaller en ik vond deze ook zeer drinkbaar, al mist de wijn wat complexiteit.
Consumentenprijs 9,95.
Expert-PN is hier te bekijken.
Nummer 5, Descendientes de J. Palacios. Moncerbal 2005.
De bodega met de meeste wijnen (3), de duurste wijn en derhalve ook de tafel waar continu minimaal 10 personen geduldig op hun beurt stonden te wachten.
Elke wijn werd gedecanteerd en toen ik aan de beurt was, werd de topwijn van deze bodega net uitgeschonken. Dus toch maar weer met de topper beginnen i.p.v. onderaan.
Tot hilariteit van de aanwezigen kreeg iedereen ongeveer 1 vingerhoedje in zijn wijnglas. Met veel zelfbeheersing kon ik dit in 2 slokjes naar binnen werken.
Deze wijn, Moncerbal 2005, is een van de meest typische wijnen die ik ooit geproefd heb. De geur doet me enigszins denken aan Nederlandse moddergrond, teer, afijn; diep aardse zaken. De smaak is verbazingwekkend, aan de ene kant zouthout, honing, en iets kruidigs (mierikswortel?), maar tegelijkertijd proef je zaken die naar exotische vruchten, lychees, neigen. Zeer goede, indrukwekkende wijn, alhoewel niet mijn favoriet (zoals aangegeven, ik begrijp dit soort wijnen waarschijnlijk niet goed genoeg).
De consumentenprijs is trouwens ook niet alledaags: 97,50 Euro.
Expert-PN is hier te vinden.
Nummer 6, Descendientes de J. Palacios. Corullon 2005.
Nog een keer in de rij, en dit keer was de Corullon net bijgevuld. Geur, veenlucht, maar ook kruidig, specerijen. Een smaak vol tannines en tegelijkertijd ook zacht, met een fluwelen afdronk. Minder speciaal, maar wel meer in balans dan zijn duurdere broer.
Consumentenprijs: 37,50 Euro
Expert-PN is hier te vinden.
Nummer 7, Descendientes de J. Palacios Petalos del Bierzo 2007.
Net als bij de Corullon een gronderige geur met bosvruchten vermengd. Zeer zachte, fluwelen smaak, licht kruidig (muskaat). Het grote verschil met zijn grotere, duurdere broers is dat de afdronk sneller verdwijnt. Zeer plezierige wijn met wederom groot Parker-potentieel gok ik.
Consumentenprijs: 12,50 Euro
Expert-PN is hier te vinden.
Zoals ik meerdere proevers zag doen na afloop veegde ik mijn lippen na al dit geweld even af met een servetje. Een vetrode lipstick zou waarschijnlijk hetzelfde resultaat op hebben geleverd.
Om bij te komen van dit alles een verfrissend biertje gedronken op een nabijgelegen terras, met als consumentenprijs 1,50 Euro. Moet kunnen.
maandag 15 september 2008
Bezoek aan Codorniu
De meeste mensen zullen niet direct de link leggen tussen Barcelona en bubbelwijn.
Toch ligt het hart van de Spaanse Champagne, of beter gezegd de Cava-wijnen, op slechts een kleine 40 kilometer van Barcelona.
Tot eind jaren 50 noemden de Catalaanse Cava-makers hun drank nog Xampán of Champán, omdat het op dezelfde wijze als Champagne gemaakt wordt.
Maar na die tijd mocht deze naam alleen nog gebruikt worden binnen de Europese gemeenschap worden door producenten uit de Champagne-regio.
Aangezien de wijnproducenten hun "normale" wijn bovengronds bewaarden en de bruisende wijn in enorme kelders bewaarden (Cava betekent kelder in het Spaans), was de keuze voor de naam voor de Spaanse Champagne al snel gemaakt: Cava.
Zo'n 95% van alle Cava komt uit Catalonie en maar liefst 75% uit het gebied rond de "hoofdstad" van de Cava; Sant Sadurni d'Anoia, dat eerder de indruk geeft van een gemoedelijk dorp dan van de hoofdstad van een drank voor feestelijke gelegenheden.
De 2 grootste Cava-producenten uit het dorp zijn tevens elkaars grootste vijanden, Freixenet en Codorniu. Het verhaal gaat dat voor de 80-er jaren serie Falcon Crest de verhaallijnen gebaseerd waren op de ruzie's tussen deze 2 familiebedrijven die nog steeds voortduren.
Laatst bracht ik met Cava-expert Eduard (van hem zijn de foto's) een bezoek aan Codorniu, de grondleggers van de Cava. Aan 1 van de vele bewindvoerders vanaf 1551, Josep Raventos, is het te danken dat, na grondige studie in de Champagne-streek, hier in 1872 de kiem voor de huidige Cava-industrie gelegd is.
Persoonlijk wilde ik hier al enige tijd heen omdat het complex bekend staat als modernistisch monument en omdat hun "Anna de Codorniu" een van mijn Cava-favorieten is (hier voor zo'n 7 a 8 Euro in de winkel te koop).
Allereerst werden we in het luxueuze hoofdgebouw, oftewel de kathedraal, ontvangen.
Dit gebouw (de oorspronkelijke bodega) en de rest van het indrukwekkende complex is ontworpen door een tijdgenoot van Gaudi, en samen met hem 1 van de 3 meest beroemde Catalaanse modernistische architecten; Josep Puig I Cadafalch. Kunst is in het hele complex als een rode draad aanwezig.
Vervolgens kregen we in een kleine bioscoop een 10 minuten durende promo-film te zien, duidelijk op Amerikaanse leest geschoeid. Woorden als "de beste", "de eerste", "meest innovatieve" etc. waren niet van de lucht, het was duidelijk dat men hier geen last heeft van valse bescheidenheid.
Hierna nam onze zeer sympathieke baskische gids het over en kregen we een rondleiding met uitleg over de bereidingswijze van Cava.
We werden door de tuinen geleid langs het oorspronkelijke woonhuis van de familie en vervolgens begaven we ons naar het gebouw waar oorspronkelijk de Cava in gebotteld werd.
Er zijn nog enkele museumstukken bewaard gebleven die je nu rustig kunt bekijken.
Indrukwekkend is het ondergrondse gangenstelsel met een totale lengte van 38 km, waar de wijnen aan hun 2e fermentatie bezig zijn. Je wordt met een treintje langs een immense rij stoffige flessen gereden.
De flessen Cava die je tijdens het traject ziet liggen daar trouwens puur voor de show (zo had Eduard meteen al door), ze liggen al zo lang te fermenteren dat ze hoogstwaarschijnlijk niet meer te drinken zijn.
Na een korte wandeling door de vochtige gangen, kom je terecht in de ruimte waar ooit de eerste fles Cava werd gebotteld. Hier zijn nog wat kogelgaten uit de Spaanse burgeroorlog te bewonderen. Over de precieze toedracht deed onze gids geen uitspraken omdat politiek niet iets is waar men de vingers aan wil branden...
Tot slot kregen we terug in het hoofdgebouw nog een glas Cava (Gran Ultra Plus), en daar was niks mis mee.
Toch ligt het hart van de Spaanse Champagne, of beter gezegd de Cava-wijnen, op slechts een kleine 40 kilometer van Barcelona.
Tot eind jaren 50 noemden de Catalaanse Cava-makers hun drank nog Xampán of Champán, omdat het op dezelfde wijze als Champagne gemaakt wordt.
Maar na die tijd mocht deze naam alleen nog gebruikt worden binnen de Europese gemeenschap worden door producenten uit de Champagne-regio.
Aangezien de wijnproducenten hun "normale" wijn bovengronds bewaarden en de bruisende wijn in enorme kelders bewaarden (Cava betekent kelder in het Spaans), was de keuze voor de naam voor de Spaanse Champagne al snel gemaakt: Cava.
Zo'n 95% van alle Cava komt uit Catalonie en maar liefst 75% uit het gebied rond de "hoofdstad" van de Cava; Sant Sadurni d'Anoia, dat eerder de indruk geeft van een gemoedelijk dorp dan van de hoofdstad van een drank voor feestelijke gelegenheden.
De 2 grootste Cava-producenten uit het dorp zijn tevens elkaars grootste vijanden, Freixenet en Codorniu. Het verhaal gaat dat voor de 80-er jaren serie Falcon Crest de verhaallijnen gebaseerd waren op de ruzie's tussen deze 2 familiebedrijven die nog steeds voortduren.
Laatst bracht ik met Cava-expert Eduard (van hem zijn de foto's) een bezoek aan Codorniu, de grondleggers van de Cava. Aan 1 van de vele bewindvoerders vanaf 1551, Josep Raventos, is het te danken dat, na grondige studie in de Champagne-streek, hier in 1872 de kiem voor de huidige Cava-industrie gelegd is.
Persoonlijk wilde ik hier al enige tijd heen omdat het complex bekend staat als modernistisch monument en omdat hun "Anna de Codorniu" een van mijn Cava-favorieten is (hier voor zo'n 7 a 8 Euro in de winkel te koop).
Allereerst werden we in het luxueuze hoofdgebouw, oftewel de kathedraal, ontvangen.
Dit gebouw (de oorspronkelijke bodega) en de rest van het indrukwekkende complex is ontworpen door een tijdgenoot van Gaudi, en samen met hem 1 van de 3 meest beroemde Catalaanse modernistische architecten; Josep Puig I Cadafalch. Kunst is in het hele complex als een rode draad aanwezig.
Vervolgens kregen we in een kleine bioscoop een 10 minuten durende promo-film te zien, duidelijk op Amerikaanse leest geschoeid. Woorden als "de beste", "de eerste", "meest innovatieve" etc. waren niet van de lucht, het was duidelijk dat men hier geen last heeft van valse bescheidenheid.
Hierna nam onze zeer sympathieke baskische gids het over en kregen we een rondleiding met uitleg over de bereidingswijze van Cava.
We werden door de tuinen geleid langs het oorspronkelijke woonhuis van de familie en vervolgens begaven we ons naar het gebouw waar oorspronkelijk de Cava in gebotteld werd.
Er zijn nog enkele museumstukken bewaard gebleven die je nu rustig kunt bekijken.
Indrukwekkend is het ondergrondse gangenstelsel met een totale lengte van 38 km, waar de wijnen aan hun 2e fermentatie bezig zijn. Je wordt met een treintje langs een immense rij stoffige flessen gereden.
De flessen Cava die je tijdens het traject ziet liggen daar trouwens puur voor de show (zo had Eduard meteen al door), ze liggen al zo lang te fermenteren dat ze hoogstwaarschijnlijk niet meer te drinken zijn.
Na een korte wandeling door de vochtige gangen, kom je terecht in de ruimte waar ooit de eerste fles Cava werd gebotteld. Hier zijn nog wat kogelgaten uit de Spaanse burgeroorlog te bewonderen. Over de precieze toedracht deed onze gids geen uitspraken omdat politiek niet iets is waar men de vingers aan wil branden...
Tot slot kregen we terug in het hoofdgebouw nog een glas Cava (Gran Ultra Plus), en daar was niks mis mee.
donderdag 28 augustus 2008
Barakken
Voor de huidige bezoeker van Barcelona is het waarschijnlijk niet voor te stellen dat er ruim 40 jaar geleden zo'n 100.000 mensen in zelf in elkaar geflanste barrakken (of barraques in het catalaans) woonden. Deze bouwsels, die veelal uit puin, hout of karton bestonden, lagen verspreid over verschillende wijken in de stad.
De bewoners waren veelal Spanjaarden uit de armere gedeelten van het land die naar Barcelona kwamen in de hoop om werk te vinden, of in ieder geval in de hoop om te overleven. In de jaren 70 en 80 zijn deze wijken door de gemeente beetje bij beetje gesloopt en de bewoners werden in sociale woningbouw ondergebracht. De laatste barrakken-wijk is eind jaren 80 gesloopt, net voordat de olympische spelen begonnen.
In het historisch museum van Barcelona is t/m februari 2009 een expositie over dit fenomeen te zien, helaas voor de niet Spaans sprekende toerist is de uitleg alleen in het Catalaans en Spaans aanwezig, maar de foto's spreken in de meeste gevallen voor zichzelf. Een van de plekken waar tot 40 jaar geleden de barakkenwijk "Los Cañones" stond staat beschreven in 1 van mijn eerdere schrijfsels.
Ondanks dat er officieel geen wijken met barrakken meer bestaan kom je op sommige plekken van Barcelona nog wel bouwsels tegen waarvan het duidelijk is dat het hier niet om officiele woningen gaat. Ook in de heuvels rondom Barcelona kun je verrast worden door een zeer gammele constructie tussen een aantal bomen met een plastic zeil als "dak".
Vorige week kwam ik niet zo ver van mijn woning vandaan in het bos een plek tegen dat ook alle kenmerken heeft van een alternatieve woning. Een soort nest met een provisorisch opgezette tent die in de loop van de ochtend wordt afgebroken waar iemand zich kennelijk heeft gevestigd. De toekomst zal leren of het hier om een tijdelijke bezoeker gaat of om iemand die zich op deze groene plek definitief heeft gevestigd.
Hierbij een foto:
De bewoners waren veelal Spanjaarden uit de armere gedeelten van het land die naar Barcelona kwamen in de hoop om werk te vinden, of in ieder geval in de hoop om te overleven. In de jaren 70 en 80 zijn deze wijken door de gemeente beetje bij beetje gesloopt en de bewoners werden in sociale woningbouw ondergebracht. De laatste barrakken-wijk is eind jaren 80 gesloopt, net voordat de olympische spelen begonnen.
In het historisch museum van Barcelona is t/m februari 2009 een expositie over dit fenomeen te zien, helaas voor de niet Spaans sprekende toerist is de uitleg alleen in het Catalaans en Spaans aanwezig, maar de foto's spreken in de meeste gevallen voor zichzelf. Een van de plekken waar tot 40 jaar geleden de barakkenwijk "Los Cañones" stond staat beschreven in 1 van mijn eerdere schrijfsels.
Ondanks dat er officieel geen wijken met barrakken meer bestaan kom je op sommige plekken van Barcelona nog wel bouwsels tegen waarvan het duidelijk is dat het hier niet om officiele woningen gaat. Ook in de heuvels rondom Barcelona kun je verrast worden door een zeer gammele constructie tussen een aantal bomen met een plastic zeil als "dak".
Vorige week kwam ik niet zo ver van mijn woning vandaan in het bos een plek tegen dat ook alle kenmerken heeft van een alternatieve woning. Een soort nest met een provisorisch opgezette tent die in de loop van de ochtend wordt afgebroken waar iemand zich kennelijk heeft gevestigd. De toekomst zal leren of het hier om een tijdelijke bezoeker gaat of om iemand die zich op deze groene plek definitief heeft gevestigd.
Hierbij een foto:
zaterdag 23 augustus 2008
Barcelona en fietsen
Barcelona heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld van een vrijwel fietsloze stad tot een plek waar de fiets zich een volwaardige positie aan het verwerven is in het verkeer.
Dit gaat echter niet zonder slag of stoot, want een ieder die wel eens in Barcelona is geweest zal de verkeersjungle hier zijn opgevallen.
Achteruitkijkspiegels, zijspiegels en knipperlichten zijn voor veel automobilisten meer nutteloze dan essentiele attributen. Vaak genoeg moet je op het laatste moment uitwijken omdat jouw voorganger plotseling zijn auto midden op straat neerzet om een boodschap te doen, en ook nog uitstapt alsof hij/zij de enige weggebruiker is. Motor -en scooterrijders lijken zich helemaal niks aan te trekken van verkeersregels en krioelen met ware doodsverachting tussen de auto's door.
Fietsen is op veel wegen van Barcelona dan ook een bezigheid die oplettendheid, improvisatievermogen en in sommige gevallen doodsverachting vereist. Het is echter niet alleen kommer en kwel voor fietsers. Zo mag je op veel stoepen en voetpaden met je fiets rijden (de stoep moet minimaal 5 meter breed zijn en er moet minimaal 3 meter ruimte zijn ten opzichte van de overige gebruikers, dit tot groot ongenoegen van voetgangers), en zijn er inmiddels veel fietspaden aangelegd.
Bij dit laatste moet echter vermeld worden dat vele van deze fietspaden juist weer op voetpaden en stoepen zijn geplaatst, met hilarische taferelen tot gevolg. Degene die dit bedacht heeft moet aanhanger zijn van de chaos-theorie.. Verder stoppen sommige fietspaden nogal abrupt op minder logische plekken, zoals tegen de schutting van een terras (zie de foto's hieronder).
Of houdt het fietspad tijdelijk op:
De toename van het fietsgebruik in Barcelona is met name te danken aan het in 2007 door de gemeente gestarte project Bicing (een moderne uitvoering van het witte fietsenplan). Voor een relatief klein bedrag per jaar krijg je een digitale kaart waarmee je op de vele bicing-stations van Barcelona een fiets kunt pakken en deze vervolgens op een ander station kunt achterlaten. Je hier maximaal 2 uur aaneengesloten van gebruikmaken, waarvan het eerste half uur gratis is.
Bicing is in ruim een jaar ongekend succesvol gebleken, wat ook haperingen in het systeem met zich meebrengt, en de Barcelona-bezoeker zal dan ook zonder twijfel met grote regelmaat de Bicing-stations tegenkomen en de rood/witte fietsen langs zich heen zien schieten.
Al met al is fietsen in Barcelona prima te doen, mits je goed uitkijkt en de goede straten uitkiest.
Bij toeristen lijkt er ook veel interesse te zijn om zich op de fiets door de stad te begeven, een simpel voorbeeld:
Afgelopen week moest ik naar het Bicing-kantoor om een nieuwe kaart op te halen. Voor het gebouw in de oude binnenstad is ook een station waar je je bicing-fiets kunt neerzetten en ophalen en binnen 1 minuut werd ik al 2 keer aangesproken door toeristen die graag wilden weten hoe je aan zo'n kaart kunt komen. "Helaas, is niet mogelijk" was het antwoord dat ik ze moest geven.
Heb nog wel het adres van BudgetBikes aan ze doorgegeven. Een van de vele fiestverhuurbedrijven die in de afgelopen jaren uit de grond zijn geschoten. Deze onderscheidt zich door fietsverhuur op oranje-fietsen, kan dus niet anders dan Nederlands zijn.
Dit gaat echter niet zonder slag of stoot, want een ieder die wel eens in Barcelona is geweest zal de verkeersjungle hier zijn opgevallen.
Achteruitkijkspiegels, zijspiegels en knipperlichten zijn voor veel automobilisten meer nutteloze dan essentiele attributen. Vaak genoeg moet je op het laatste moment uitwijken omdat jouw voorganger plotseling zijn auto midden op straat neerzet om een boodschap te doen, en ook nog uitstapt alsof hij/zij de enige weggebruiker is. Motor -en scooterrijders lijken zich helemaal niks aan te trekken van verkeersregels en krioelen met ware doodsverachting tussen de auto's door.
Fietsen is op veel wegen van Barcelona dan ook een bezigheid die oplettendheid, improvisatievermogen en in sommige gevallen doodsverachting vereist. Het is echter niet alleen kommer en kwel voor fietsers. Zo mag je op veel stoepen en voetpaden met je fiets rijden (de stoep moet minimaal 5 meter breed zijn en er moet minimaal 3 meter ruimte zijn ten opzichte van de overige gebruikers, dit tot groot ongenoegen van voetgangers), en zijn er inmiddels veel fietspaden aangelegd.
Bij dit laatste moet echter vermeld worden dat vele van deze fietspaden juist weer op voetpaden en stoepen zijn geplaatst, met hilarische taferelen tot gevolg. Degene die dit bedacht heeft moet aanhanger zijn van de chaos-theorie.. Verder stoppen sommige fietspaden nogal abrupt op minder logische plekken, zoals tegen de schutting van een terras (zie de foto's hieronder).
Of houdt het fietspad tijdelijk op:
De toename van het fietsgebruik in Barcelona is met name te danken aan het in 2007 door de gemeente gestarte project Bicing (een moderne uitvoering van het witte fietsenplan). Voor een relatief klein bedrag per jaar krijg je een digitale kaart waarmee je op de vele bicing-stations van Barcelona een fiets kunt pakken en deze vervolgens op een ander station kunt achterlaten. Je hier maximaal 2 uur aaneengesloten van gebruikmaken, waarvan het eerste half uur gratis is.
Bicing is in ruim een jaar ongekend succesvol gebleken, wat ook haperingen in het systeem met zich meebrengt, en de Barcelona-bezoeker zal dan ook zonder twijfel met grote regelmaat de Bicing-stations tegenkomen en de rood/witte fietsen langs zich heen zien schieten.
Al met al is fietsen in Barcelona prima te doen, mits je goed uitkijkt en de goede straten uitkiest.
Bij toeristen lijkt er ook veel interesse te zijn om zich op de fiets door de stad te begeven, een simpel voorbeeld:
Afgelopen week moest ik naar het Bicing-kantoor om een nieuwe kaart op te halen. Voor het gebouw in de oude binnenstad is ook een station waar je je bicing-fiets kunt neerzetten en ophalen en binnen 1 minuut werd ik al 2 keer aangesproken door toeristen die graag wilden weten hoe je aan zo'n kaart kunt komen. "Helaas, is niet mogelijk" was het antwoord dat ik ze moest geven.
Heb nog wel het adres van BudgetBikes aan ze doorgegeven. Een van de vele fiestverhuurbedrijven die in de afgelopen jaren uit de grond zijn geschoten. Deze onderscheidt zich door fietsverhuur op oranje-fietsen, kan dus niet anders dan Nederlands zijn.
dinsdag 29 juli 2008
Het mooiste uitzicht van Barcelona (2)
Het over het mooiste uitzicht van Barcelona hebben in mijn eerdere bericht en dan geen foto's tonen kan natuurlijk niet.
Vanochtend de Turo de la Rovira weer beklommen en wat plaatjes geschoten.
Verder zag ik dat een Spaanse blogger recentelijk ook wat over deze plek geschreven heeft en veel aardigere foto's heeft genomen dan ik.
Dit leverde nog een aardige anecdote op. Op de top aangekomen zag ik dat ik niet de enige was. Mijn metgezel voor 5 minuten vroeg me of ik hier weleens vaker was geweest en of ik toevallig de route naar Parc Guell wist.
Het bleek dat ik met een inwoner van Barcelona te doen had die hier al zijn hele leven woont, en zich met name de laatste tijd had afgevraagd hoe het op die heuvel zou zijn die hij altijd zag als hij landinwaarts keek.
Toch grappig dat je als relatieve nieuweling aan de "locals" de weg uit mag leggen...
dinsdag 22 juli 2008
Het mooiste uitzicht van Barcelona
Vanaf welke plek heb je het beste uitzicht over Barcelona? Een ieder zal zijn eigen favoriet hebben. Fraaie uitzichten heb je b.v. vanaf Montjuich, vanaf Tibidabo (de hoogste berg/heuveltop van Barcelona) en vanaf verschillende dakterrassen van hotels, b.v. Hotel Arts.
Mijn favoriet is de Turó de la Rovira; het punt waar je een perfect 360º uitzicht over heel Barcelona hebt. Hier staan nog de resten van het luchtafweergeschut uit de Spaanse burgeroorlog en als je op een van de overblijfselen klimt hebt je een waanzinnig uitzicht over Barcelona richting de zee, maar ook richting de bergketen Collserola en zelfs richting de Pyreneeen.
Ik ben er vanaf 2005 toch wel minimaal 3x per jaar geweest om alleen of met vrienden en familie van het uitzicht te genieten, maar vooral om me te verbazen over de typische staat van onderhoud van deze bijzondere plek.
In andere steden zou je namelijk op een dergelijke plek een officieel uitkijkpunt, restaurant(s) met terras of zelfs luxe hotels vinden. Niks van dit alles op de Turó de la Rovira.
De gelukkige die de top bereikt (denk niet dat je wegwijzers zult vinden, voor degene die de weg niet kent is een GPS waarschijnlijk de best optie), vindt als beloning naast het fraaie uitzicht een mengeling van vervallen bunkers en stellingen waar al 70 jaar niks aan gedaan is, een electriciteitstransformator en vooral veel vuilnis.
De gemeente van Barcelona heeft geruime tijd plannen om dit gebied te upgraden, maar in de afgelopen 30 jaar is het ze niet gelukt om tot een accoord te komen met bewoners en belangengroepen. Zodoende houdt men waarschijnlijk zonder het te beseffen één van de toegangspaden naar de top in ere. Als je vanaf de bovenuitgang van Parc Guell naar de Turó de Rovira loopt, volg je vlak voor de top namelijk de Calle Mühlberg, die je heel vrij vertaald vanuit het Duits ook wel de “vuilnisweg” kunt noemen. Zelden is een naam zo van toepassing geweest.
De plaatselijke buurtvereninging kreeg 3 jaar geleden echter een briljante ingeving om in ieder geval iets aan de rotzooi te doen op deze plek.
Wetende dat Barcelona zeer populair is bij jongeren worden sinds 2006 elk jaar vrijwilligers van 16 t/m 25 jaar opgeroepen om “archeologische activiteiten” te verrichten. Tot vorig jaar werden alleen buitenlandse gegadigden uitverkoren, maar in de editie van dit jaar heeft men ook Spaanse jongeren toegelaten.
Zo´n 60 jongeren gaan derhalve dit jaar niet zoals duizenden leeftijdsgenoten op het strand liggen. In tegendeel, op hemelsbreed 5 kilometer afstand hiervan, onder het mom van het in ere herstellen van het historisch erfgoed uit de burgeroorlog, mogen ze van maandag tot vrijdag puinruimen; van 7 uur ´s ochtends tot 12 uur ´s middags in juli en augustus in de brandende zon met een temperatuur van 30 graden op zo´n 280 meter hoogte. Als beloning krijgt men ´s middags of in het weekend een rondleiding door de stad en uitleg over de historische waarde van de plek waar men werkzaam is.
Toen ik 2 jaar geleden voor het eerst van dit project hoorde dacht ik dat het een grap was. Waarom laat de gemeente haar eigen schoonmaakdienst niet een paar weken hier de boel opruimen dacht ik, en bij voorkeur in de maanden dat je niet wegbrandt van de hitte. Maar nee, het blijkt een monthy python-achtige realiteit te zijn, met als gevolg dat ik in september vanaf een keurig schoongemaakte vervallen bunker van mijn favoriete uitzicht kan genieten, met dank aan de archeologische onderzoekers in spee.
Dit jaar kon het echter wel eens de laatste keer zijn dat ik dit schouwspel in alle rust kan beleven. De gemeente blijkt nu toch echt het plan te hebben opgevat (nadat de vrijwilligers hun werkzaamheden hebben beeindigd) om de gebouwen te gaan restaureren en op termijn een heuze “mirador” te plaatsen.
Stiekum hoop ik dat dit nog een flinke tijd duurt, want ik moet toegeven, dit soort plekken heeft voor mij een onmiskenbare charme. Je zult er zeer weinig collega-toeristen aantreffen, al heeft het eigenlijk alles in zich om een hotspot te worden voor de insiders.
Wellicht tot ziens op de Turó de Rovira!
Mijn favoriet is de Turó de la Rovira; het punt waar je een perfect 360º uitzicht over heel Barcelona hebt. Hier staan nog de resten van het luchtafweergeschut uit de Spaanse burgeroorlog en als je op een van de overblijfselen klimt hebt je een waanzinnig uitzicht over Barcelona richting de zee, maar ook richting de bergketen Collserola en zelfs richting de Pyreneeen.
Ik ben er vanaf 2005 toch wel minimaal 3x per jaar geweest om alleen of met vrienden en familie van het uitzicht te genieten, maar vooral om me te verbazen over de typische staat van onderhoud van deze bijzondere plek.
In andere steden zou je namelijk op een dergelijke plek een officieel uitkijkpunt, restaurant(s) met terras of zelfs luxe hotels vinden. Niks van dit alles op de Turó de la Rovira.
De gelukkige die de top bereikt (denk niet dat je wegwijzers zult vinden, voor degene die de weg niet kent is een GPS waarschijnlijk de best optie), vindt als beloning naast het fraaie uitzicht een mengeling van vervallen bunkers en stellingen waar al 70 jaar niks aan gedaan is, een electriciteitstransformator en vooral veel vuilnis.
De gemeente van Barcelona heeft geruime tijd plannen om dit gebied te upgraden, maar in de afgelopen 30 jaar is het ze niet gelukt om tot een accoord te komen met bewoners en belangengroepen. Zodoende houdt men waarschijnlijk zonder het te beseffen één van de toegangspaden naar de top in ere. Als je vanaf de bovenuitgang van Parc Guell naar de Turó de Rovira loopt, volg je vlak voor de top namelijk de Calle Mühlberg, die je heel vrij vertaald vanuit het Duits ook wel de “vuilnisweg” kunt noemen. Zelden is een naam zo van toepassing geweest.
De plaatselijke buurtvereninging kreeg 3 jaar geleden echter een briljante ingeving om in ieder geval iets aan de rotzooi te doen op deze plek.
Wetende dat Barcelona zeer populair is bij jongeren worden sinds 2006 elk jaar vrijwilligers van 16 t/m 25 jaar opgeroepen om “archeologische activiteiten” te verrichten. Tot vorig jaar werden alleen buitenlandse gegadigden uitverkoren, maar in de editie van dit jaar heeft men ook Spaanse jongeren toegelaten.
Zo´n 60 jongeren gaan derhalve dit jaar niet zoals duizenden leeftijdsgenoten op het strand liggen. In tegendeel, op hemelsbreed 5 kilometer afstand hiervan, onder het mom van het in ere herstellen van het historisch erfgoed uit de burgeroorlog, mogen ze van maandag tot vrijdag puinruimen; van 7 uur ´s ochtends tot 12 uur ´s middags in juli en augustus in de brandende zon met een temperatuur van 30 graden op zo´n 280 meter hoogte. Als beloning krijgt men ´s middags of in het weekend een rondleiding door de stad en uitleg over de historische waarde van de plek waar men werkzaam is.
Toen ik 2 jaar geleden voor het eerst van dit project hoorde dacht ik dat het een grap was. Waarom laat de gemeente haar eigen schoonmaakdienst niet een paar weken hier de boel opruimen dacht ik, en bij voorkeur in de maanden dat je niet wegbrandt van de hitte. Maar nee, het blijkt een monthy python-achtige realiteit te zijn, met als gevolg dat ik in september vanaf een keurig schoongemaakte vervallen bunker van mijn favoriete uitzicht kan genieten, met dank aan de archeologische onderzoekers in spee.
Dit jaar kon het echter wel eens de laatste keer zijn dat ik dit schouwspel in alle rust kan beleven. De gemeente blijkt nu toch echt het plan te hebben opgevat (nadat de vrijwilligers hun werkzaamheden hebben beeindigd) om de gebouwen te gaan restaureren en op termijn een heuze “mirador” te plaatsen.
Stiekum hoop ik dat dit nog een flinke tijd duurt, want ik moet toegeven, dit soort plekken heeft voor mij een onmiskenbare charme. Je zult er zeer weinig collega-toeristen aantreffen, al heeft het eigenlijk alles in zich om een hotspot te worden voor de insiders.
Wellicht tot ziens op de Turó de Rovira!
zondag 6 juli 2008
Werk in uitvoering
Barcelona is zonder enige twijfel een grote toeristische trekpleister, maar de houding ten opzichte van het massatoerisme is vaak ambivalent.
Er wordt door de gemeente in grote hoeveelheden geld uitgegeven om het imago van Barcelona in stand te houden of te verbeteren, en om toeristen aan te trekken, maar er is bij bewoners van barcelona tegelijkertijd de houding dat de stad zich niet teveel moet aanpassen aan de toeristen zelf.
Ik krijg de indruk dat men als volgt denkt: "Als mensen onze stad willen bezoeken is dat prima, als ze veel geld besteden is het nog veel beter, maar we willen niet dat onze stad 1 groot openlucht museum wordt."
Een prima houding lijkt me, maar toch is het af en toe verrassend om te zien hoe weinig er rekening gehouden wordt met deze belangrijke inkomstenbron als het om informatievoorziening gaat.
Een goed voorbeeld zijn de werkzaamheden aan metrolijn 3 (de groene lijn). Deze lijn gebruik ikzelf van maandag tot vrijdag voor woon/werkverkeer, maar ook voor de Barcelona-bezoeker is dit een belangrijke lijn. L3 is namelijk de enige metro die vanaf het grote treinstation Sants richting de Ramblas gaat, de gehele Ramblas volgt tot aan het Plaza Catalunya en vanaf dat punt doorgaat naar 2 haltes die dichtbij het beroemdste (Gaudi-)park van Barcelona liggen: Parc Guell.
2 weken geleden verscheen er op verschillende metrostations van Lijn 3 de melding dat in de weekenden van 11 en van 18 juli deze metrolijn wegens werkzaamheden niet funcioneert op het traject waar zich de Parc Guell-haltes bevinden. In het Spaans en Catalaans staat keurig aangegeven dat er bussen ingezet zullen worden dit traject.
Meteen realizeerde ik mij dat het grootste gedeelte van degenen die in de zomermaanden het meeste gebruik maken van dit metrotraject (de niet spaans of catalaans sprekende toeristen) deze melding zal ontgaan. Ik zie nu al rijen met verhitte toeristen in of buiten de metrohaltes met hun plattegrond in de hand informatie proberen in te winnen bij de waarschijnlijk niet engels sprekende informatiebeambten van de metrodienst. Dat wordt niet "gezellig"...
Voordat ik aan dit stukje begon, bedacht ik me dat toeristen wellicht via de openbaar-vervoer website van Barcelona geinformeerd zouden worden. Als je daar echter de route invoert van plaza catalunya naar parc guell voor zaterdag 12 juli wordt je "keurig" naar lijn 3 verwezen. Geen woord over werkzaamheden en vervangende busdiensten...
Na enig ge-google ben ik verder geen meldingen tegenkomen, dus ik neem aan dat de potentiele parc guell bezoeker min of meer tot een "doe-vakantie" wordt gedwongen in de komende 2 weekenden...
Veel plezier!
Er wordt door de gemeente in grote hoeveelheden geld uitgegeven om het imago van Barcelona in stand te houden of te verbeteren, en om toeristen aan te trekken, maar er is bij bewoners van barcelona tegelijkertijd de houding dat de stad zich niet teveel moet aanpassen aan de toeristen zelf.
Ik krijg de indruk dat men als volgt denkt: "Als mensen onze stad willen bezoeken is dat prima, als ze veel geld besteden is het nog veel beter, maar we willen niet dat onze stad 1 groot openlucht museum wordt."
Een prima houding lijkt me, maar toch is het af en toe verrassend om te zien hoe weinig er rekening gehouden wordt met deze belangrijke inkomstenbron als het om informatievoorziening gaat.
Een goed voorbeeld zijn de werkzaamheden aan metrolijn 3 (de groene lijn). Deze lijn gebruik ikzelf van maandag tot vrijdag voor woon/werkverkeer, maar ook voor de Barcelona-bezoeker is dit een belangrijke lijn. L3 is namelijk de enige metro die vanaf het grote treinstation Sants richting de Ramblas gaat, de gehele Ramblas volgt tot aan het Plaza Catalunya en vanaf dat punt doorgaat naar 2 haltes die dichtbij het beroemdste (Gaudi-)park van Barcelona liggen: Parc Guell.
2 weken geleden verscheen er op verschillende metrostations van Lijn 3 de melding dat in de weekenden van 11 en van 18 juli deze metrolijn wegens werkzaamheden niet funcioneert op het traject waar zich de Parc Guell-haltes bevinden. In het Spaans en Catalaans staat keurig aangegeven dat er bussen ingezet zullen worden dit traject.
Meteen realizeerde ik mij dat het grootste gedeelte van degenen die in de zomermaanden het meeste gebruik maken van dit metrotraject (de niet spaans of catalaans sprekende toeristen) deze melding zal ontgaan. Ik zie nu al rijen met verhitte toeristen in of buiten de metrohaltes met hun plattegrond in de hand informatie proberen in te winnen bij de waarschijnlijk niet engels sprekende informatiebeambten van de metrodienst. Dat wordt niet "gezellig"...
Voordat ik aan dit stukje begon, bedacht ik me dat toeristen wellicht via de openbaar-vervoer website van Barcelona geinformeerd zouden worden. Als je daar echter de route invoert van plaza catalunya naar parc guell voor zaterdag 12 juli wordt je "keurig" naar lijn 3 verwezen. Geen woord over werkzaamheden en vervangende busdiensten...
Na enig ge-google ben ik verder geen meldingen tegenkomen, dus ik neem aan dat de potentiele parc guell bezoeker min of meer tot een "doe-vakantie" wordt gedwongen in de komende 2 weekenden...
Veel plezier!
zaterdag 28 juni 2008
Van oude dingen die voorbij gaan, of toch niet
Mijn buurt is architectonisch waarschijnlijk een speciaal geval.
Het is een voor Barcelona-begrippen zeer groene wijk, met gebouwen uit de 60/70-er jaren van de vorige eeuw die worden afgewisseld met bouwwerken die speciaal voor de olympische spelen van 1992 zijn gemaakt, terwijl er tussendoor overblijfselen van 50, 100 of langer terug te vinden zijn.
Bij sommige gebouwen heb ik een gemengd gevoel als ik er voorbij kom; ze zijn zo lelijk en/of vervallen dat ik me afvraag waarom ze niet zo snel mogelijk afgebroken worden om geen verdere oogpijn te veroorzaken, maar aan de andere kant vind ik het ook wel wat hebben, van die oude gammele handel tussen de voorschrijdende nieuwbouw.
Vorige week kwam las ik in de krant “El Periodico” dat één van deze gebouwen zowaar tot zeer kort geleden nog dienst heeft gedaan als baksteenfabriek. En om helemaal compleet te zijn blijkt het ook nog de laatste stenenfabriek met een ouderwetse schoorsteen van Barcelona te zijn. In Barcelona en omstreken heeft het in de 18e en 19e eeuw vol gestaan met dergelijke bouwwerken.
Ondanks de onmiskenbare lelijkheid en de ogenschijnlijke vergaande staat van verval krijg ik dan toch een nostalgisch gevoel bij zo’n gebouw, dat ik met regelmaat zonder al te veel eerbied voorbij ben gelopen.
Zoals gebruikelijk in Barcelona wordt het fabriekscomplex in de komende jaren omgetoverd tot wooneenheden. Echter, tot mijn verrassing wordt de fabriekstoren zelf niet gesloopt maar gerestaureerd, en veranderd in restaurant. Toch wel grappig.
Ik neem niet aan “La Bòbila de la Teixonera”, binnenkort de Gaudi-gebouwen gaat verdringen uit de toeristische top 10, al weet je maar nooit. Maar degene die ooit toevallig langs deze schoorsteen mocht komen weet nu in ieder geval het verhaal dat achter dit bouwwerk zit.
(De volgende foto toont trouwens het uitzicht vanaf de ingang van de steenfabriek)
Het is een voor Barcelona-begrippen zeer groene wijk, met gebouwen uit de 60/70-er jaren van de vorige eeuw die worden afgewisseld met bouwwerken die speciaal voor de olympische spelen van 1992 zijn gemaakt, terwijl er tussendoor overblijfselen van 50, 100 of langer terug te vinden zijn.
Bij sommige gebouwen heb ik een gemengd gevoel als ik er voorbij kom; ze zijn zo lelijk en/of vervallen dat ik me afvraag waarom ze niet zo snel mogelijk afgebroken worden om geen verdere oogpijn te veroorzaken, maar aan de andere kant vind ik het ook wel wat hebben, van die oude gammele handel tussen de voorschrijdende nieuwbouw.
Vorige week kwam las ik in de krant “El Periodico” dat één van deze gebouwen zowaar tot zeer kort geleden nog dienst heeft gedaan als baksteenfabriek. En om helemaal compleet te zijn blijkt het ook nog de laatste stenenfabriek met een ouderwetse schoorsteen van Barcelona te zijn. In Barcelona en omstreken heeft het in de 18e en 19e eeuw vol gestaan met dergelijke bouwwerken.
Ondanks de onmiskenbare lelijkheid en de ogenschijnlijke vergaande staat van verval krijg ik dan toch een nostalgisch gevoel bij zo’n gebouw, dat ik met regelmaat zonder al te veel eerbied voorbij ben gelopen.
Zoals gebruikelijk in Barcelona wordt het fabriekscomplex in de komende jaren omgetoverd tot wooneenheden. Echter, tot mijn verrassing wordt de fabriekstoren zelf niet gesloopt maar gerestaureerd, en veranderd in restaurant. Toch wel grappig.
Ik neem niet aan “La Bòbila de la Teixonera”, binnenkort de Gaudi-gebouwen gaat verdringen uit de toeristische top 10, al weet je maar nooit. Maar degene die ooit toevallig langs deze schoorsteen mocht komen weet nu in ieder geval het verhaal dat achter dit bouwwerk zit.
(De volgende foto toont trouwens het uitzicht vanaf de ingang van de steenfabriek)
zondag 15 juni 2008
Jabali’s
Jabali’s, oftewel everzwijnen, zijn waarschijnlijk geen dieren die de meeste mensen spontaan in verband brengen met Barcelona, behalve als onderdeel van een dagmenu in 1 van de vele Catalaanse restaurants.
Toch kom ik deze schuwe en naar het schijnt intelligente beesten met grote regelmaat in levende lijve tegen binnen een straal van 1 km rond mijn appartement.
Dit is voornamelijk te danken aan de nabijheid van het bosrijke heuvelgebied Collserola, ook wel de groene long van Barcelona genoemd, waarvan zij de vaste bewoners zijn. De grootste kans om Jabali’s in bewoond gebied tegen te komen is in de maanden november t/m januari, als de schemering invalt en ze op zoek gaan naar voedsel in een omgeving waar je ze niet zo snel zou verwachten.
Hoewel het dus niet vreemd is om Jabali’s hier af en toe tegen te komen was onze wijk in de afgelopen wintermaanden dusdanig populair bij de knorrende en wroetende viervoeters dat kranten en nationale tv-programma’s journalisten naar Montbau stuurden om melding te doen van deze voor Barcelona minder bekende vorm van massa-toerisme. Gedurende een week zag ik veelvuldig bekende gezichten van buurtbewoners opeens op het tv-scherm in de Spaanse variant van het 8-uur journaal.
In de warmere maanden is het echter wel heel ongebruikelijk om everzwijnen buiten hun territorium tegen te komen. Afgelopen week overkwam mij dit toen ik om 8 uur ’s avonds nog even een boodschap ging doen. Eerst dacht ik op zo’n 15 meter een grote hond te zien, maar toen het beest en ik elkaar naderden zag ik dat ik met een zwijn te maken had die zo te zien op zijn gemak een avondwandeling aan het maken was. Verbaasd liep ik door en achterom kijkend zag ik mijn eigenaardige buurtgenoot het struikgewas in verdwijnen.
Hopelijk loopt hij binnenkort niet de eigenaar van het dichtbij gelegen restaurant tegen het lijf, want dan zou ik hem de volgende keer zomaar op het menu tegen kunnen komen.
Toch kom ik deze schuwe en naar het schijnt intelligente beesten met grote regelmaat in levende lijve tegen binnen een straal van 1 km rond mijn appartement.
Dit is voornamelijk te danken aan de nabijheid van het bosrijke heuvelgebied Collserola, ook wel de groene long van Barcelona genoemd, waarvan zij de vaste bewoners zijn. De grootste kans om Jabali’s in bewoond gebied tegen te komen is in de maanden november t/m januari, als de schemering invalt en ze op zoek gaan naar voedsel in een omgeving waar je ze niet zo snel zou verwachten.
Hoewel het dus niet vreemd is om Jabali’s hier af en toe tegen te komen was onze wijk in de afgelopen wintermaanden dusdanig populair bij de knorrende en wroetende viervoeters dat kranten en nationale tv-programma’s journalisten naar Montbau stuurden om melding te doen van deze voor Barcelona minder bekende vorm van massa-toerisme. Gedurende een week zag ik veelvuldig bekende gezichten van buurtbewoners opeens op het tv-scherm in de Spaanse variant van het 8-uur journaal.
In de warmere maanden is het echter wel heel ongebruikelijk om everzwijnen buiten hun territorium tegen te komen. Afgelopen week overkwam mij dit toen ik om 8 uur ’s avonds nog even een boodschap ging doen. Eerst dacht ik op zo’n 15 meter een grote hond te zien, maar toen het beest en ik elkaar naderden zag ik dat ik met een zwijn te maken had die zo te zien op zijn gemak een avondwandeling aan het maken was. Verbaasd liep ik door en achterom kijkend zag ik mijn eigenaardige buurtgenoot het struikgewas in verdwijnen.
Hopelijk loopt hij binnenkort niet de eigenaar van het dichtbij gelegen restaurant tegen het lijf, want dan zou ik hem de volgende keer zomaar op het menu tegen kunnen komen.
zondag 1 juni 2008
Lekker weertje
Hoe is het weer bij jullie?
Deze vraag aan het beging van een telefoongesprek is bijna altijd de inleiding tot een ongelijke strijd met familie en vrienden in Nederland.
Soms probeer ik het onderwerp te mijden of het wat minder pijnlijk te maken door te vermelden dat het hier ook best wel bewolkt is geweest en dat het niet altijd weer korte mouwen-weer is.
De afgelopen april en mei-maanden waren de rollen echter omgedraaid. En gelukkig maar, want eind maart gold voor het gebied van Barcelona en omstreken de fase "exceptioneel", wat betrekking had op het peil van de in het binnenland gelegen stuwmeren die ons hier van drink-, douche-, vijver-, tuinsproei- en zwembadwater moeten voorzien. Nog zorgwekkender was dat het waterpeil zich op 20,3% van de capaciteit bevond, slechts 0,3% verwijderd van de gevreesde limiet waarop de alarmfase afgekondigd zou worden, en dat met de droge zomermaanden in het verschiet.
Boten gevuld met het heldere goud vanuit normaal drogere, maar nu meer waterrijke gebieden waren onderweg en de politiek was al in rep en roer omdat Barcelona het waagde om water uit de grote Ebro-rivier richting Barcelona af te willen tappen. Iets waar men zelf jaren geleden tegenstander van was toen steden als Valencia en Murcia om een dergelijke toevoer hadden gevraagd.
Echter, al deze politieke polemiek en hulp van elders is voorlopig niet meer nodig. Vanaf april begon het wonder zich te voltrekken. Met grote regelmaat viel er regen, niet een klein beetje, en ook niet teveel in 1 keer, maar gestage hoeveelheden, vrijwel telkens vlak voor en tijdens het weekend.
De mensen in Barcelona sprongen nog net niet van blijdschap naar buiten om zich nat te laten spoelen (daar zijn ze in het algemeen ook iets te nuchter voor, bijna Nederlands..), maar er zijn toch zeer weinig bewoners van deze stad die niet met opluchting en blijdschap deze zegen van boven hebben verwelkomd.
Het bijna niet denkbare heeft zich echter in de afgelopen 1,5 maand voltrokken; op het moment van schrijven bevinden de binnenlandse stuwmeren die Barcelona voor een groot gedeelte van drinkwater voorzien op 50,1%, ondanks dat dit flink onder het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar ligt en onder het niveau van vorig jaar is dit toch vele malen beter dan de armzalige 20,3% van 2 maanden geleden. De statistici onder ons kunnen deze ontwikkeling in grafieken volgen via deze link.
Minder leuk was dit alles voor familie en vrienden, die naar aanleiding van mijn enthousiaste verhalen van de afgelopen 3 jaar ("in april en mei is het hier fantastisch, veel zon, niet al te warm, kortom ideaal!") dit jaar massaal mijn wijze raad opvolgden en lange weekendjes of 1 of meerdere weken een vakantie hier in de buurt hadden geboekt. En dat terwijl het in Nederland bijna Spaans weer was in mei.
De komende tijd maar eens niet over het weer beginnen in gesprekken met Nederland...
Het voordeel van dit alles voor degenen die in Juni of Juli naar Barcelona komen is dat het hier supergroen is, iets wat in april en mei gewoon is, maar in de zomer niet zo heel gebruikelijk. Hieronder enkele sfeerbeelden van vandaag bij mij in de buurt.
Deze vraag aan het beging van een telefoongesprek is bijna altijd de inleiding tot een ongelijke strijd met familie en vrienden in Nederland.
Soms probeer ik het onderwerp te mijden of het wat minder pijnlijk te maken door te vermelden dat het hier ook best wel bewolkt is geweest en dat het niet altijd weer korte mouwen-weer is.
De afgelopen april en mei-maanden waren de rollen echter omgedraaid. En gelukkig maar, want eind maart gold voor het gebied van Barcelona en omstreken de fase "exceptioneel", wat betrekking had op het peil van de in het binnenland gelegen stuwmeren die ons hier van drink-, douche-, vijver-, tuinsproei- en zwembadwater moeten voorzien. Nog zorgwekkender was dat het waterpeil zich op 20,3% van de capaciteit bevond, slechts 0,3% verwijderd van de gevreesde limiet waarop de alarmfase afgekondigd zou worden, en dat met de droge zomermaanden in het verschiet.
Boten gevuld met het heldere goud vanuit normaal drogere, maar nu meer waterrijke gebieden waren onderweg en de politiek was al in rep en roer omdat Barcelona het waagde om water uit de grote Ebro-rivier richting Barcelona af te willen tappen. Iets waar men zelf jaren geleden tegenstander van was toen steden als Valencia en Murcia om een dergelijke toevoer hadden gevraagd.
Echter, al deze politieke polemiek en hulp van elders is voorlopig niet meer nodig. Vanaf april begon het wonder zich te voltrekken. Met grote regelmaat viel er regen, niet een klein beetje, en ook niet teveel in 1 keer, maar gestage hoeveelheden, vrijwel telkens vlak voor en tijdens het weekend.
De mensen in Barcelona sprongen nog net niet van blijdschap naar buiten om zich nat te laten spoelen (daar zijn ze in het algemeen ook iets te nuchter voor, bijna Nederlands..), maar er zijn toch zeer weinig bewoners van deze stad die niet met opluchting en blijdschap deze zegen van boven hebben verwelkomd.
Het bijna niet denkbare heeft zich echter in de afgelopen 1,5 maand voltrokken; op het moment van schrijven bevinden de binnenlandse stuwmeren die Barcelona voor een groot gedeelte van drinkwater voorzien op 50,1%, ondanks dat dit flink onder het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar ligt en onder het niveau van vorig jaar is dit toch vele malen beter dan de armzalige 20,3% van 2 maanden geleden. De statistici onder ons kunnen deze ontwikkeling in grafieken volgen via deze link.
Minder leuk was dit alles voor familie en vrienden, die naar aanleiding van mijn enthousiaste verhalen van de afgelopen 3 jaar ("in april en mei is het hier fantastisch, veel zon, niet al te warm, kortom ideaal!") dit jaar massaal mijn wijze raad opvolgden en lange weekendjes of 1 of meerdere weken een vakantie hier in de buurt hadden geboekt. En dat terwijl het in Nederland bijna Spaans weer was in mei.
De komende tijd maar eens niet over het weer beginnen in gesprekken met Nederland...
Het voordeel van dit alles voor degenen die in Juni of Juli naar Barcelona komen is dat het hier supergroen is, iets wat in april en mei gewoon is, maar in de zomer niet zo heel gebruikelijk. Hieronder enkele sfeerbeelden van vandaag bij mij in de buurt.
zondag 18 mei 2008
An end has a start
Mijn eerste bericht op dit blog gaat over de op het moment van schrijven toekomstige ex-trainer van Barcelona; Frank Rijkaard.
Even voor de duidelijkheid, hij en ik hebben niks met elkaar. We zijn weliswaar allebei Nederlander en van dezelfde generatie, maar dan houdt het ook op.
Maar toch, zonder het te weten heeft Frank mijn verblijf hier gemarkeerd en zonder zijn aanwezigheid op de achtergrond zal het in de toekomst hier anders aanvoelen.
In de afgelopen weken is er door de media heel vaak teruggekeken op zijn 5 jaren hier, en zowel voor als tegenstanders zijn het erover eens, hij is een van de weinigen die zichzelf is gebleven.
Dit bleek als een bus te kloppen toen hij als afscheidscadeau van het plaatselijk journaille een shirt kreeg met als tekst "Nunca fumarás solo" (You'll never smoke alone). Rijkaard nam dit ontspannen in ontvangst, poseerde er ook nog even mee en grapte vervolgens dat hij helaas vorige week met roken gestopt was.
Mijn Rijkaard-moment is een persoonlijke.
Op een grauwe dag aan het begin van dit jaar, vlak voor de geboorte van mijn zoon, bracht ik gedurende enkele dagen meerdere uren door in de wachtkamer van de kraamafdeling van het ziekenhuis.
Op een van die dagen stond ik bij de uitgang voor de glazen deuren in overdenking naar buiten te staren. Opeens ontstond er op die normaal rustige plek flink wat rumoer en voor ik het wist liepen er enkele Barcelona-spelers langs mij naar buiten, op de terugweg van het traditionele spelersbezoek aan zieke kinderen rond driekoningen. In hun kielzog Frank Rijkaard, die in tegenstelling tot de spelers niet meteen de wachtende bus indook, maar aan de andere kant van het glas waar ik stond te turen snel een sigaret opstak en daar gedurende een halve minuut haastig wat trekjes van nam alvorens zich bij zijn spelers te voegen.
Meteen flitste door mijn hoofd het Editors-nummer "smokers outside the hospital doors", en dezelfde melancholie die op dat moment door mij heen ging voelde ik ook afgelopen vrijdag, toen Frank zijn afscheidscadeau in ontvangst nam.
Bedankt Frank, en hopelijk tot ziens hier in Barcelona.
Hasta luego!
Even voor de duidelijkheid, hij en ik hebben niks met elkaar. We zijn weliswaar allebei Nederlander en van dezelfde generatie, maar dan houdt het ook op.
Maar toch, zonder het te weten heeft Frank mijn verblijf hier gemarkeerd en zonder zijn aanwezigheid op de achtergrond zal het in de toekomst hier anders aanvoelen.
In de afgelopen weken is er door de media heel vaak teruggekeken op zijn 5 jaren hier, en zowel voor als tegenstanders zijn het erover eens, hij is een van de weinigen die zichzelf is gebleven.
Dit bleek als een bus te kloppen toen hij als afscheidscadeau van het plaatselijk journaille een shirt kreeg met als tekst "Nunca fumarás solo" (You'll never smoke alone). Rijkaard nam dit ontspannen in ontvangst, poseerde er ook nog even mee en grapte vervolgens dat hij helaas vorige week met roken gestopt was.
Mijn Rijkaard-moment is een persoonlijke.
Op een grauwe dag aan het begin van dit jaar, vlak voor de geboorte van mijn zoon, bracht ik gedurende enkele dagen meerdere uren door in de wachtkamer van de kraamafdeling van het ziekenhuis.
Op een van die dagen stond ik bij de uitgang voor de glazen deuren in overdenking naar buiten te staren. Opeens ontstond er op die normaal rustige plek flink wat rumoer en voor ik het wist liepen er enkele Barcelona-spelers langs mij naar buiten, op de terugweg van het traditionele spelersbezoek aan zieke kinderen rond driekoningen. In hun kielzog Frank Rijkaard, die in tegenstelling tot de spelers niet meteen de wachtende bus indook, maar aan de andere kant van het glas waar ik stond te turen snel een sigaret opstak en daar gedurende een halve minuut haastig wat trekjes van nam alvorens zich bij zijn spelers te voegen.
Meteen flitste door mijn hoofd het Editors-nummer "smokers outside the hospital doors", en dezelfde melancholie die op dat moment door mij heen ging voelde ik ook afgelopen vrijdag, toen Frank zijn afscheidscadeau in ontvangst nam.
Bedankt Frank, en hopelijk tot ziens hier in Barcelona.
Hasta luego!
Abonneren op:
Posts (Atom)